Deurdonderen met Boerman - Europa
Zal het ooit nog wat worden? De piccolo van Luxemburg, de kleine trompet van Nederland, de hoorn van Frankrijk en de grote trombone van Duitsland. Laten we net als in de Bolero van Maurice Ravel achter de muziek aan lopen.
In het begin is er een geluidje van een blaasinstrument. Maar het geluid begint klein. Een zuiver geluid, zuiver zodat alle mensen er nog in geloven, zodat alle mensen er nog achter staan. Maar telkens als er weer een maat gespeeld is komen er weer instrumenten bij. Je kunt je misschien voorstellen dat er in het begin misschien één enkele mier gaat lopen, en als eenmaal de muziek met al haar instrumenten op gang is komen er meer dieren bij. De mier is de Piccolo, de kleine trompet van Nederland is misschien een vos. Klein maar dapper, een poging om zichzelf in leven te houden. De hoorn en trombone komen en toeteren daar gewoon overheen. De mier, de vos en wat al nog meer, ze lopen gewoon door. Niet gehinderd door wie of wat dan ook.
Tot zo ver het sprookje en de muziek van Ravel. Het dondert inderdaad door. De hoorn en trombone voeren inderdaad de boventoon. En nu wil ik niet gelijk zeggen dat dat Frankrijk en Duitsland zijn, maar de overeenkomst met één Europa en de Bolero van Ravel zijn wat mij betreft gelijk. Een ieder probeert te doen wat hij of zij moet doen, maar uiteindelijk wordt het lopen overdonderd door de denderpassen van het nijlpaard en de olifant. Wanhopig probeert de mier zijn kleine hoofdje boven water te houden, maar op het laatst loopt de olifant gewoon door. De vos doet alles wat hij kan, maar moet uiteindelijk het onderspit delven. Het hoeft niet meer, het is af. Finito, gebeurd.
Als je nu nog een keer het verhaaltje leest, maar dan op de plaats van de mier of vos de naam van de MAG invult, dan worden je de dingen zo langzamerhand wel duidelijk dacht ik. Als motorrijder wordt je tegenwoordig op alle fronten het leven zuur gemaakt. Ik lees bijvoorbeeld op de Internetpagina van de MAG dat er in de gemeente Valburg de zogenaamde karresporen weer ingevoerd zijn. Dat wil zeggen: twee stroken asfalt met daar tussenin en aan de zijkanten grasbetonkeien waar het gras doorheen kan groeien(?). Inhalen wordt levensgevaarlijk en dat blijkt ook de bedoeling. Ik weet het niet meer. Als zelfs op landelijk niveau het de motorrijder al moeilijk wordt gemaakt, hoe moet dat dan verder! Vanuit Brussel hebben we al geen ene reet meer te verwachten.
Het wordt tijd dat we zelf eens een deuntje gaan meefluiten, en daar bedoel ik niet mee het deuntje mee wat we nu al meetoeteren, maar dat er nu eens nieuwe saxofonisten, trompettisten en weet ik wat al niet voor muzikanten mee gaan doen. Dus aan ieder die nog muzikanten weet; overtuig ze, maak ze lid, en wie weet kunnen wij binnenkort het slot componeren, in plaats van de olifant en het nijlpaard. Al is het maar iemand met een lullig hondefluitje dat bijna geen mens hoort, toch moet ook die mee doen, in een laatste poging Brussel te overtuigen van haar ongelukkige slot. Misschien blazen wij met zijn allen ooit eens de overwinningsmars. Ik bedoel maar.
Robert Boerman
Deze collum is verschenen in Mag-a-zine 38
|